HOOFDSTUK VI.

GESPREKKEN

§ IX. — Het « ik ».

1. « Laat een ander, en niet uw eigen mond, u prijzen », zegt de H. Schrift. Van alle uitingen der eigenliefde is pralerij, grootspraak, het onverdragelijkst ; iemand, die zijn eigen lof verkondigt, bewijst daardoor, dat hij geen lof verdient.

2. « Spreek zoo weinig mogelijk over u-zelven ; stel niet u-zelven tot voorbeeld aan anderen. Iemand, die elk oogenblik op zich-zelf wijst, is eenvoudig onuitstaanbaar » zegt « La Rochefoucauld », die we vaak reeds en met voorliefde aangehaald hebben.

Wie onophoudelijk over zich-zelf, over zijn daden, over zijn fortuin, over zijn invloed spreekt, wie zich met anderen vergelijkt, zijn eigen voortreffelijkheden in 't licht stelt, maakt zich belachelijk en... hatelijk.

3. Spreek ook niet over uw eigen onvolmaaktheden. Die ziet, die kent men toch wel ! en die stichtende « nederigheid » is niet zelden louter hoogmoed.

Regel : wij moeten zoo weinig mogelijk ons « ik » ter spraak brengen ; dat onderwerp hindert en verveelt meestal degenen, in wier bijzijn wij 't aanroeren.


———

WELLEVENDHEID
Een handboekje voor de christen jeugd

INTRODUCTIE

———————————————————

TITELBLAD

INHOUDSTAFEL :

TER INLEIDING, door Cζsar Gezelle

HOOFDSTUK I. — De Wellevendheid
I. — Wat zij is
II. — Haar gewicht
III. — Haar voorwerp
IV. — Het karakter

HOOFDSTUK II. — Het Lichaam
I. — Gang en houding
II. — Hoofd, ooren en haar
III. — Aangezicht en voorhoofd
IV. — Wangen en neus
V. — De oogen en de blik
VI. — Mond, lippen, tanden en tong
VII. — Rug, schouders en armen
VIII. — Handen, vingers en nagels
IX. — Beenen en voeten

HOOFDSTUK III. — De Opschik
I. — Opstaan en slapengaan
II. — Hoe men zich moet kleeden
III. — Handschoenen en hoed

HOOFDSTUK IV. — De Maaltijden
I. — Het voedsel
II. — Vσσr den maaltijd
III. — Bediening en tafelgereedschap
IV. — Houding aan tafel
V. — Verschillende wenken
VI. — Soep en tafeldrank
VII. — Hoe men eet
VIII. — Het einde van den maaltijd

HOOFDSTUK V. — Betrekkingen
I. — Onze plichten
II. — In de kerk
III. — Het huis waar men zijne opvoeding ontvangt
IV. — Bezoeken
V. — Bezoeken die men aflegt
VI. — Bezoeken die men ontvangt
VII. — Visietkaarten
VIII. — Groet; handdruk
IX. — Op straat
X. — Op reis
XI. — Toevallige betrekkingen
XII. — Leenen en ontleenen

HOOFDSTUK VI. — Gesprekken
I. — Stem en uitspraak
II. — Sierlijke taal
III. — De kunst, een gesprek te voeren
IV. — De kunst, te luisteren
V. — Iemand in de rede vallen; antwoorden
VI. — Wat uit zedelijk oogpunt betaamt
VII. — Ons gedrag jegens den naaste
VIII. — Babbelaars
IX. — Het « ik »
X. — Lofuitingen

HOOFDSTUK VII. — Briefwisseling
I. — Vorm onder letterkundig oogpunt
II. — De uitwendige vorm
III. — Opschrift en adres
IV. — Het slot van den brief
V. — Postzegel en verzending
VI. — Kleine briefjes

HOOFDSTUK VIII. — Uitspanning
I. — Lezen
II. — Muziek
III. — Wandelen
IV. — Spelen binnenhuis
V. — Spelen in de open lucht

BESLUIT